Aan de oostzijde van Tilburg komen enkele grote verkeersstructuren tezamen. De Bosscheweg, het Wilhelminakanaal en de spoorlijn Tilburg-Eindhoven/Den Bosch. Op het kruispunt van deze routes ligt het nieuwbouwplan Crossroads, een woongebouw met 49 appartementen en een commerciële ruimte aan de Bosscheweg. Het is opgezet als een ensemble van fabrieksgebouwen met een werkplaats, energiehuis, laboratorium, fabriekshal, directiekamers en portiersloge dat door het alzijdige karakter op de verschillende vervoersstromen reageert rond deze locatie. In de luwte van de gebouwen ligt een aantrekkelijke binnentuin met terrasen, hagen, bomen, klimplanten en bloemrijke velden.
De werkplaats sluit met twee bouwlagen qua schaal aan op die van de bebouwing aan de Bosscheweg. Grote gevelopeningen en ruwe materialen illustreren het industriële karakter. De werkplaats loopt door naar de binnentuin met beneden-bovenwoningen, bereikbaar vanuit de fabriekssteeg die is verbonden met de Bosscheweg. De tuinen en balkons grenzen aan de gemeenschappelijke binnentuin en activeren het gebied. Bovenop de werkplaats zijn middels een setback in staal de directiekamers geplaatst. Een voortuin en vergroening van de openbare ruimte verlengd de ecologische zone in de straat tot aan het kanaal. Met een nieuwe boom wordt de entree van de Bosscheweg gedefinieerd en een eerste aanzet gegeven voor een nieuwe boomstructuur.
Het energiehuis als hoekaccent geeft een duidelijk herkenbare markering op het kruispunt bij de hefbrug. Het gebouw staat los van de werkplaats en ligt verdraait ten aanzien van de rooilijn om de overgang in schaal en infrastructuur te duiden. Tussen de twee metselwerk volumes ligt de entree naar de commerciële ruimte. Het energiehuis is abstract in zijn architectuur met diepe, hoge verticale sleuven gericht op het kanaal en geslotenheid aan de Bosscheweg. Een bloemraam hoog in de gevel is een opvallende blikvanger. Het grote metselwerk vlak wordt gedecoreerd met nestkasten voor gierzwaluw en huismus.
Aan het kanaal reageert het laboratorium met een schaalsprong op de architectuur langs de waterweg. Met drie bouwlagen en plat dak blijft de hoogte beperkt en behoudt het binnenhof de gewenste verblijfskwaliteit. De ‘voortuin’ die ontstaat door het terugleggen van het volume ten opzichte van de straat voegt kwaliteit toe aan de woningen en door de toegangen van de begane grondwoningen aan de straat te leggen, wordt levendigheid teruggegeven aan openbare ruimte. Deze wisselwerking vergroot de woonkwaliteit aan het kanaal. Met het vele glas en de ruime balkons kan de dynamiek van en op het water optimaal worden ervaren vanuit de woningen.
Aan de spoorzijde wordt de stalen fabriekshal van vier bouwlagen opgetild door een betonconstructie om de woningen uitzicht te bieden over de spoordijk en om een verbinding te maken tussen binnentuin en de parkeervoorziening. Waar de volumes langs het kanaal en het spoor samenkomen ontstaat een duidelijke kop. Onder deze kop is de portiersloge, de hoofdentree van het woongebouw gelegen. De parkeerplaatsen onder het gebouw zijn verhard met stelconplaten dat het industriële karakter benadrukt. De parkeerplaatsen langs de beukenhaag worden aangelegd met halfverharding.
Tuinarchitect: Studio Redd
Type: | Seriematige woningbouw |